Personal guide during exchange program
Tijdens onze luxe nachtbus van Huaraz naar Trujillo met Movil Tours zaten we voorin wat altijd lekker is voor wat meer beenruimte. We hadden na ons avontuur in Vicos geen tijd meer gehad om te douchen dus onze broek zat nog onder de moddervlekken en waarschijnlijk stonken we erg toen we ´s ochtends rond 06:30 uur opgehaald werden door Sandra. We konden de tijd dat we in Trujillo waren bij de zus van Clara (die samen met Jos tijdens onze reis op ons huis in Amsterdam past) verblijven. Met de taxi gingen we naar het huis van haar tante waar zij momenteel alleen woont. Het was een enorm huis zeker na de hostels die we de laatste tijd gewend waren. We hadden een eigen slaapkamer met groot bed met veel ruimte eromheen en zelfs een tv (die we overigens niet gebruikt hebben). Verder waren er nog 2 andere slaapkamers, 2 badkamers, huiskamer die niet gebruikt werd, keuken, patio en tuin.
Na even kennis gemaakt te hebben zijn we eerst maar eens gaan douchen. Na gesetteld te zijn vroeg Sandra of we konden gaan want ze had een heel schema gemaakt voor de dag. Het was er heerlijk weer, veel zon maar wel met een zeebriesje aangezien ze op kruipafstand (nou ja slofafstand) van de oceaan woonde. Hier gingen we dan ook eerst even kort naartoe. Vervolgens liet ze ons een vrucht proeven welke eruit zag als een grote groene peul die je open brak en dan alleen het witte vruchtvlees van at en niet de bonen die erin zaten, erg lekker! Na even gewacht te hebben zijn we naar de privékliniek gegaan waar Sandra als tandartsassistent werkt. Het zag er supermodern uit; al begrepen we niet helemaal wat de bedoeling was bleek later dat we even op een collega aan het wachten waren die met ons mee zou gaan gedurende de middag. We spraken trouwens alleen maar spaans, nou ja vooral Luc dan, Lucy probeerde af en toe mee te doen maar meestal vertaalde Luc wat Lucy wilde zeggen.
Nogmaals per taxi gingen we weer weg en we hadden geen idee wat we gingen doen. De taxi reed ons naar Huaca de la Luna. Bij aankomst nog geen idee wat het was maar dat werd al snel duidelijker. Het is een archeologische plek waar veel delen van een tempel van een oude bevolking zijn gevonden. Er werd ons in het Spaans verteld hoe deze mensen leefden en wat er allemaal gevonden was. Eerlijk gezegt begrepen we er niet al te veel van, maar was het wel grappig om te zien. Na ons bezoek hieraan zijn we met z´n vieren gaan lunchen. We kregen onze eerste ceviche hier die speciaal voor Lucy met de pepers apart geserveerd werd. Het smaakte heerlijk, vervolgens natuurlijk nog een bord met rijst, vlees etc. We raken al aardig gewend aan de grote lunches en waarschijnlijk moeten we daar straks nog van afkicken. Sandra vertelde dat ze in Peru een gezegde hebben als volgt: ´ontbijt als een koning, lunch als een prins en dineer als een bedelaar´, dus echt het omgedraaide van Nederland.
Na de lunch gingen we met z´n drieën verder naar Huanchaco wat net buiten Trujillo ligt. Hier gaan alle backpackers heen aangezien het wat relaxter is en alles rond het strand zit. Ze hebben hier voor de toeristen een soort kano´s van bamboo genaamd caballito´s. Sandra vroeg of we een ritje hiermee wilde maken, je word maar een klein beetje nat zei ze dus wij naar de bootjes toe. Je kon hierin zitten maar de zitting lag al ongeveer onder water. Op dat moment waren wij nog in de veronderstelling dat alleen onze kont nat zou worden en aangezien het nog lekker warm was zou het wel snel drogen. Na de eerste golf dachten we wel anders, de mannen voorop peddelden door de branding en hielden niet op met lachen (om ons). Elke golf kwam vol over ons heen en op de heen weg waren we alleen van voren nat. Na de terugweg waren we echt helemaal doorweekt van boven tot onder. We hebben erg gelachen en Sandra had misschien nog wel de meeste lol. Na wat opgedroogd te zijn liepen we nog even naar een kerk in het dorpje waar we helaas niet in mochten omdat er een mis zou beginnen. Nou voelden we ons ook een beetje ongemakkelijk om nog steeds zeiknat en koud een kerk in te lopen dus we vonden het niet heel erg. Terug in het huis in Trujillo maakte Sandra avondeten voor ons wat goed smaakte. Toen wij bijna naar bed wilden gaan kwam er een man bij ons aan tafel in de keuken zitten waar we leuk mee gekletst hebben. We hadden lange tijd geen idee wie of wat het was maar dachten dat het wel weer een neef ofzo zou zijn aangezien zij er daar nogal veel van had. Later bleek het haar liefje te zijn en toen we echt heel moe waren en hun even voor in de patio waren besloten we om alvast tanden te poetsen. Net toen we de tandpasta erop wilden smeren riep Sandra dat er nog een ander vriend was die ons wilde ontmoeten. Wij dus weer naar beneden en toen bleek dat hij een taxichauffeur was en hij graag een rondje met ons in zijn taxi door de stad wilde rijden. Met enige tegenzin, maar toch enthousiast zijn we in de auto gestapt met Sandra en haar liefje er ook bij. Na ongeveer een half uur door de stad te hebben gereden, kwamen we weer terug. Toen bleek dat hij ons graag wilde vervoeren in zijn taxi voor de komende dagen als we een taxi nodig zouden hebben. We kregen zijn nummer en zeiden dat we wel zouden bellen als we dat wilden.
Op zondag is Sandra altijd vrij en gaat ze naar Magdalena de Cao een dorpje ongeveer een uur verderop. Hier wonen haar ouders en ook haar zoontje van 6 jaar oud. Het is in Peru vrij normaal dat je kind bij de grootouders opgroeit en de ouders zelf werken. We hadden de moeder die avond van tevoren al aan de telefoon gehad omdat ze ons zo graag wilde ontmoeten. We voelden ons aan het begin een beetje bezwaard om zomaar naar die familie toe te gaan en bij hun te eten aangezien wij het waarschijnlijk beter hebben als zij. Dit gevoel was al snel weg nadat we hen ontmoet hadden; ze waren zo ontzettend vriendelijk en welkomend dat we ons nergens meer druk om maakten.
We vertrokken vrijwel direct bij aankomst weer naar een andere Huaca in het dorp waar Sandra als gids heeft gewerkt. Dit bezoek vonden wij veel leuker omdat het veel en veel duidelijk was. Er waren bijna geen toeristen omdat het totaal niet bekend is. Tussen de groene rietsuikervelden en de blauwe oceaan lag ineens een grauw zanderig gebied waar niks groeide. We begonnen met een bezoek aan het nieuwe museum wat echt ´state of the art´ was. Het gebouw was van donkergrijs beton, veel flatscreens met duidelijke filmpjes, mooie glazen cabines met allerlei spullen erin die gevonden zijn in dat gebied. Wat wij erg leuk vonden is dat bijna alles dat ze gevonden hebben nog helemaal intact was, met kleuren en alles. Het zag er bijna uit alsof je het zo zou kunnen kopen in een winkel. Na een hoop potten en vazen gezien te hebben zagen we een skelet van een mens dat 250 jaar na christus geleefd heeft. Het was heel onwerkelijk om het skelet van de vrouw te zien dat zelfs nog wat haar had en een stukje huid. We probeerden erachter te komen hoe het kon dat dit zo goed bewaard is gebleven, maar verder dan de tombe uitleg kwamen we helaas niet. Na het museum hadden we een goed idee hoe deze bevolking leefde en de gebruiken, zoals het doen van offers aan hun goden, die ze hadden. Na nog een rondleiding in het gebied waar dit alles gevonden is, waren we echt onder de indruk. We moesten snel terug naar het dorp, want we hadden teveel vragen gesteld, waardoor de moeder van Sandra al met de lunch klaar zou zitten.
Bij aankomst zat vader al te eten en kregen wij eerst een bordje met ceviche van heerlijke Lisa vis en daarna nog een bord met rijst, kip en wat groentes. Als drinken kregen we chicha, een drank van maiskolf wat op verschillende manieren bereid kan worden. In Peru (vooral in het noorden) word dit erg veel gedronken en het was echt heel erg lekker. Na ons enthousiasme vertelde moeder dat ze zelf ook Chicha van een jaar oud maakte. Natuurlijk kregen we deze ook te proeven en tot onze verbazing smaakte het exact zoals PX sherry. Hier zat echter (bijna) geen alcohol in en we genoten er volop van. Na een rondje in het dorp en de artesania winkel van het dorp te hebben bezocht, hebben we (lees Luc) behoorlijk gekletst met de ouders van Sandra over vissen en de politiek van Peru. Wat leuk was om te zien was dat de vader van Sandra aan het begin vrijwel niks zei, maar op het moment dat het gesprek over vissen ging hij helemaal enthousiast werd. Zeker toen we vertelden dat dat in Nederland niet zomaar kan. We kregen nog een fotoboekje van de Hema te zien met foto´s van Jos en Clara in Nederland die ze opgestuurd hadden. Het was heel raar en vooral heel erg leuk om foto´s van hen in ons huis en de omgeving te zien. Na nog weer een stukje vis te hebben gegeten, hebben we de laatste bus uit het dorp van 19:00 uur gepakt terug naar Trujillo.
Maandag en dinsdag moest Sandra werken van 09:00 tot 13:00 uur en dan weer van 16:00 tot 21:00 uur. We hebben een keer voor haar lunch en diner gemaakt (zelfgemaakte hamburgers als lunch en heerlijke ossobuco als diner). Volgens ons vond ze het lekker en vroeg naar alle recepten. Verder hebben we op internet gezeten, de was gedaan, voor het eerst in tijden naar een grote en hele leuke supermarkt geweest en de stad Trujillo bekeken. Op dinsdagavond namen we afscheid van Sandra op de busterminal en vertrokken we naar onze laatste bestemming in Peru, Lima.
Na een nachtelijke busrit eerst ontbeten en toen richting het centrum van de wijk Miraflores gelopen. We dachten dat we een erg leuk hostel in Lima hadden geboekt dat gelukkig niet duur was. Helaas bleek dat het vol zat met Israeliërs, waar we niet heel blij mee waren. We kwamen toen we net op pad waren al snel langs een Falabella wat een soort Bijenkorf is hier. In een eerdere Falabella had Luc een leuk overhemd gezien dat ze daar niet meer in zijn maat hadden; hier gelukkig wel. Lucy heeft ook nog een superhip warm vest en een sexy jurkje voor in Brazilië gekocht (om eruit te zien als de locals). We hadden van het hostel gehoord dat er een Starbucks was met Wifi dus daar gingen we heen. Later bleek dit een plek te zijn waar we veel en lang gezeten hebben tijdens ons bezoek in Lima. Ze hebben er lekkere koffie (één kleine koffie is genoeg voor ons samen), heerlijke chocolate chip cookies en lekkere feauteils om in te hangen.
Aangezien Lima bekend staat om zijn goede Sushi hebben we dat die avond gegeten. Het was erg smakelijk, alleen hadden we niet helemaal het goede gekozen. We dachten dat een selectie van sashimi, sushirijst met verschillende stukken vis erop was. Echter bleek dit alleen de vis te zijn zonder de rijst, desalniettemin hebben we lekker gegeten en vooral genoten van de maki´s.
De volgende dag zijn we naar het centrum van Lima gegaan, tijdens Semana Santa. In het centrum zijn we een kerk ingelopen waar het ontzettend druk was. De politie begeleidden alle mensen naar de juiste weg zodat het niet uit de hand zou lopen. Iedereen had zelfgemaakte kruisjes van palmtakken met of zonder jezusbeeldje erin verwerkt in hun handen. In de kerk raakte de mensen verschillende kruizen aan en de kom waar het weiwater in zit en sloeg daarna een kruisje. Wij deden natuurlijk ook mee. Verderop in de kerk kregen de mensen een watje dat over een beeldje van het lichaam van jezus was gewreven. Vervolgens raakte ze met dit watje van alles aan en sloegen nog meer kruisjes. Na ongeveer 5 minuten liep je dan weer naar buiten. Wij namen geen watje aangezien we toen niet wisten wat je er mee moest doen en ook niet wat je er na de kerk mee moet doen. Het is toch een beetje raar om dat watje dan in een prullenbak te gooien; maar om het nou nog 1,5 maand mee te nemen is nog gekker.
Die avond wilden we bij een soort tapas tentje gaan eten waar we de avond ervoor mensen aan lekkere hammetjes en kaasjes hadden zien zitten. Vanwege Semana Santa was het restaurant helaas gesloten. Nadat we terug in het hostel keken naar een andere mogelijkheid om ergens te eten, besloten we richting de kust te lopen en daar iets te zoeken. Het restaurant dat we uit de Lonely Planet zochten konden we nergens vinden en na wat rondgelopen te hebben kwamen we aan bij de supermarkt Vivanda. Na even naar binnen gespiekt te hebben waren we er al snel uit. Lucy begon helemaal te stralen toen ze bruin brood met pitjes zag. Er stond een Italiaans mannetje blokjes gouda kaas te promoten. Ze hadden allerlei soorten kaasjes, zelfs een druipert. We besloten dus om dat bruine brood met een rol zachte geitenkaas, stukje parmesaanse kaas, wat salami, taco chipjes en druiven in het hostel op te eten. Luc regelde natuurlijk het romantische kaarsje en zo zaten we heerlijk in een druk hostel met veel geschreeuw, romantisch te borrelen. Na nog een filmpje in bed gekeken te hebben gingen we slapen onder het genot van veel gesnurk en gesabbel van onze kamergenoten.
De tweede dag van Semana Santa was het eveneens erg rustig op straat, aangezien iedereen uit Lima naar andere plaatsen aan de kust trekt voor deze dagen. We besloten om deze dag naar de haven te gaan. De lonely planet zei hier niets over, maar het leek ons leuk, dus na wat uitpluizen welke bus we moesten hebben en tot waar, kwamen we er rond het middaguur aan. Eerst hebben we erg lekker geluncht in een lokaal tentje. Vervolgens wilden we graag naar La Punta, ookal hadden we niet echt een idee wat hier te doen of zien was. We liepen door een buurt waar we ons niet altijd even gemakkelijk voelden, maar het was erg leuk om te zien en zeker naast het toeristische Miraflores. Het deed ons denken aan de wijk Boca in Buenos Aires; overal huisjes in allerlei verschillende kleuren geverfd. Na nog verder te lopen kwamen we dan in La Punta aan; een strand met veel luxe huizen en luxe auto´s. Het was duidelijk dat alleen de welvarende toeristen hier kwamen. Na wat rondgelopen te hebben, hebben we een bus terug naar Miraflores gepakt en een bezoek gebracht aan onze geweldige supermarkt. Na de restjes van de dag ervoor als voorgerecht gegeten te hebben hadden we nog een spaghetti met ballen gemaakt. Hij smaakt nog steeds niet zoals thuis maar hij was erg smakelijk.
Na nog een nacht zonder onze snurkende vrienden, pakten we onze spullen en vertrokken rond 09:00 uur richting het vliegveld van Lima om ons avontuur in het laatste land te beginnen.
Papas-Papas-Papas!
Met Cruz del Sur scheeurden we in rap tempo over de Panamericana en kwamen we rond 06:30 ´s ochtends aan in de stad Huaraz. We waren al gewaarschuwd dat er in en buiten de busterminal vervelende en ´op je geld uitzijnende´ taxichauffeurs zouden staan die je gratis naar een K-hostel zouden brengen. Ons hostel had de service om haar gasten van de busterminal op te halen en bij aankomst belden we direct het hostel. Lucy en 5 minuten werd er vluchtig gezegd en voor we het wisten was er al opgehangen. Na 5 minuten liepen we richting de uitgang van de kleine terminal en werd er luidruchtig, ´taxi´ geroepen. Nou zijn we dit inmiddels gewend, dat als je buiten komt je je als een popster op de rode loper voelt, maar toch. Ook was er één man die riep ´Caroline lodging´ de naam van ons hostel. Argwanend liepen we met de man mee, die voorstelde om te gaan lopen. Halverwege begon hij vragen te stellen die de echte man van het hostel al wist zoals onze naam en waar we vandaan kwamen. Nog veel argwanender vroegen wij of hij echt voor het hostel werkte waarop hij antwoorde ´no problema, no problema´. Wij vonden het wel een problema en toen we omkeken nadat hij even had stilgestaan en wij doorliepen was hij ineens verdwenen en stonden we daar. Uiteindelijk toch nog een taxi gepakt na wat rondgelopen te hebben aangezien het hostel een beetje verstopt zat. De echte man van ons hostel stond op ons te wachten en vertelde dat hij ons niet kon vinden bij de terminal. Gelukkig konden we meteen onze kamer in en zijn we eerst nog wat gaan slapen.
De stad Huaraz is lelijk met een hoofdletter L. Grijs, nat en vol met toeristenoplichters. Aangezien je in Huaraz over het algemeen komt om te hiken en Luc dat niet echt kan doen met zijn voeten (ookal gaat het wel goed, hoor), was onze eerste ontmoeting met onze nieuwe verblijfplaats voor 3 nachten niet echt wat je zegt als een paradijsje. Na een erg onopbeurend gesprekje met Rex, die sinds anderhalf jaar in Huaraz werkt, hadden we een stevige borrel nodig en gingen we op zoek naar een lekker plekje om even te ontspannen. Rex vertelde namelijk dat we niet korter konden blijven (reserveertechnisch) en was nou niet wat je zegt enthousiast over zijn werkplek, Huaraz (afgezien van de hikes). Eénmaal op pad kwamen we naast de hoofdstraat het California Café tegen, waar we verbazingwekkend (letterlijk en figuurlijk) ons eigen broodje konden samenstellen voor casi nada (bijna niets). Na een heerlijk broodje te hebben gegeten werden we wederom verbaasd. Guido, die ons ietwat negatief over Huaraz hoorden praten, kwam bij ons zitten en deed ons al snel een voorstel. Even voor de goede orde; Guido woont en werkt al 4 jaar in Huaraz aan ecotoeristische projecten met de locals en heeft gedurende een jaar tegenover onze flat in de Comeniusstraat in Amsterdam gewoond (hoe verbazingwekkend is dat)! Met het enthousiasme van Merijn (die altijd enthousiast over Portugal, etc. verteld) overtuigde Guido ons om een leuke tijd te hebben in Huaraz. Eigenlijk in een dorpje net buiten Huaraz, waar hij een gaaf project had lopen. Op dat moment denk je dat het zo had moeten zijn, toch?
Entonces, de volgende dag hebben we lekker geluierd, wat geînternet, de was gedaan, weer bij het California Café geluncht en Mission Imposible III gekeken. Op 1 april, was het dan zover. Ons bezoek aan het dorpje Vicos kon beginnen. Het project dat we gekozen hadden, is een project waarbij je bij een familie in een dorpje woont en zij maken jou deel van hun dagelijks leven en hun gewoontes. Zo werden wij met een busje naar het dorpje Vicos gereden alwaar we eerst een rondleiding kregen in het Museo del Abuelos van Djon, de zoon van de familie waarbij wij zouden verblijven. Hier werd veel over de geschiedenis van het dorp verteld en werden gebruiken, en belangrijke data aan ons gemeld. Zo was er bijvoorbeeld een foto met de bevolking erop afgebeeld uit 1611 die later uit 1950 bleek te zijn, grappig hè. Daarna namen we een taxi tot ons huisje dat nog weer een stuk hoger in de bergen lag. Samen met Djon liepen we richting het huisje dat er van buitenaf schattig uitzag. We hadden een eigen kamer in het huis dat zelf een tweede verdieping had (heel speciaal voor in het dorp). Totdat zijn ouders naar het huisje zouden komen zou Djon ons enkele kruiden in de tuin laten zien, waaronder verse munt (twee soorten), dille, rozemarijn, cedron en zelfs verse manzanilla. We vervolgde onze ontdekkingstocht naar het maisveld, waar ook grote calabassen groeide. De stengel van de maisplant word hier genuttigd als refresco; het sap is heerlijk verfrissend en daarna spuug je de massa als een vieze vent op de grond, heerlijk.
Na niet al te lange tijd kwam moeder Fagusta ons ook bezoeken en was het tijd om brood te gaan bakken. Samen met Djon kneedde Luc het brood tot een mooie massa en was het tijd voor de vrouwen (Lucy, Fagusta en de buurvrouw) om de broodjes te vormen. De oven hadden Luc en Djon al aangestoken en de temperatuur werd even getest met een jong maiskolfje. Lekker goudgeel en dus klaar voor de 50 broodjes die klaargemaakt konden worden. Zelf hadden we er enkele met kerven erin gemaakt en geprobeerd om zout en rozemarijn toe te voegen op enkele broodjes. Deze 50 broodjes zijn voor eigen gebruik en gaan over het algemeen 3 á 4 dagen mee, dan zijn ze op. Na een halve dag waren de broodjes al keihard, maar dat maakt ze hier niet uit, de broodjes worden als een soort koekjes bij ons bij de thee gegeten (gedipt welteverstaan). Rond het eind van de middag kwam vader Julio ook thuis van een dag hard op het land werken en ook hij kon lekker een vers broodje bij zijn thee proberen. Gelukkig werden de broodjes goedgekeurd en wachtten we samen tot de avond zou vallen. Die avond was het behoorlijk fris en hadden wij het geluk dat in onze kamer een openhaard stond. Julio stak hem voor ons aan en samen sliepen we in een éénpersoons bedje om elkaar warm te houden, want het was écht koud.
´s Morgens vroeg om 07:00 uur werden we geroepen voor het ontbijt. Aardappels met rijst en tuinbonen, uiteraard vergezeld met een kopje thee met een broodje. Na het ontbijt kwam Pedro, one gids voor die dag, aangelopen en kon onze tocht door de bergen beginnen. Pedro vertelde ons over de mensen, het land, de geschiedenis, gewoontes etc. Onderweg wilde Pedro ook van alles over ons weten en vroeg hij bijvoorbeeld waar we vandaan kwamen. Wij antwoorden uiteraard met Holanda, waarop Pedro zei: ´ah, Si el pais de Guido´, oftwel Guidoland. Toen we tot (voor dat moment) het hoogste punt waren gelopen, daalden we een klein stukje en zagen we het aardappelveld van Julio liggen. Julio was die ochtend voor ons uitgelopen en had al flink lopen ploegen op zijn land. Hij verbouwd zelf 130 verschillende soorten en heeft meerdere aardappeldiploma´s behaald. Samen met Pedro werkten ze voor een tijdje verder en het was onze taak om de aardappels in de zak te verzamelen. Nadat zij even rust namen speelden wij het nog het bloemen-rivier-wedstrijdje waarbij Lucy uiteraard weer won. Daarna liepen we met Pedro nog een stukje verder en liet hij ons enkele cuevas (grotten) zien van de Pre-Inca´s die daar vroeger leefden. Ook vonden we er meerdere botten en zelfs een gedeeltelijk intact gebit (zie foto). Toen de wolken een bedreiging voor het mooie weer begonnen te vormen keerden we terug naar ons huis, waar de lunch (tweede lunch, Pedro had ook lunch meegenomen) al klaar stond, met thee en brood uiteraard.
Na de lunch was het dan zover en gingen we naar het andere huisje dat hun bezaten en iets lager op de heuvel lag. Bij aankomst ontmoette we eerst dochter Blanca die alleen maar kookt. Zodra ze opstaat maakt ze ontbijt voor iedereen, hierna gaat ze direct beginnen met de lunch en daarna het avondeten. Aangezien iedereen in Vicos ron 20:30 uur naar bed gaat is dan net het eten op en kan Blanca de dag erna weer opnieuw beginnen met aardappels schillen en snijden. Dit leek haar totaal niet te storen echter. Ze was constant vrolijk en lachte erg veel, vooral om ons. Er was een groep van ongeveer 10 mannen die bezig waren in het dorp om voorzieningen voor drinkwater aan te leggen. Blanca maakte dus naast het hele gezin en wat buren, tantes, neefjes etc. Ook drie maaltijden per dag voor deze groep. Hiermee mochten wij dan ook helpen. We namen plaats op een steen met een kleedje erover in een ´keuken´ met 5 katten, 2 honden en heel wat kippen. Ze hadden ontzettend veel emmers en plastic bakjes om van alles en nog wat in te bewaren of om uit te eten. We kregen twee van deze bakken voor onze neus en konden beginnen met schillen. We deden dit voorovergebogen naar de grond met een ontzettend bot mes en omdat wij verwende Hollanders alleen gewend zijn om aardappels met een dunschiller te schillen ging het een beetje moeilijk wat voor erg veel plezier bij de locals zorgden. Toen Lucy de eerst aardappel door midden probeerden te snijden begon een oudere vrouw die alleen Quechua sprak erg hard te lachen, maar kon niet vertellen waarom. Wij vonden het alleen maar leuk en gingen op onze manier verder om de grote zak aardappelen leeg te krijgen. Af en toe liep iedereen ineens weg en moest Lucy bij de pan blijven om het in de gaten te houden, zodat het vuur niet uit zou gaan. Het was sowieso erg grappig om te merken dat hier in Vicos de ouderwetse verdeling van taken nog goed te zien is. Lucy werd voor alle ´huishoudelijke´ taken gevraagd en Luc voor de echte mannen-dingen.
Na ongeveer 4,5 uur aardappels geschild, gesneden en gebakken te hebben was het eten dan uiteindelijk klaar en smaakte het erg goed. Er was voor iedereen een uitgeholde calabas als kom met rijst, papas fritas met ui en tomaat. Uiteraard kregen wij eerst, dan alle mannen (ongeveer 2 keer zoveel als ons met als extra een soort groene-bonen-prutje voor extra kracht) en daarna de oudere vrouwen. Fagusta vroeg ons of wij nog meer wilden en keek heel vreemd op toen Luc zij dat hij pas wilde nadat zijzelf en Blanca ook wat genomen hadden. Nadat onze kom voor de tweede keer leeg was kregen we uiteraard weer brood en bleek dat er nog vis en een bak met bonen en nog iets was. Na het eten mochten we niet helpen ´afwassen´ en nam Julio ons mee naar het andere huis waar we snel tegen elkaar aan kropen in bed tegen de kou.
De laatste dag in Vicos werden we weer rond 07:00 uur gewekt en ditmaal werd het ontbijt in het andere huis geserveerd. Uiteraard had Blanca alweer een hele tijl aardappels geschild en gesneden toen wij eens aan kwamen kakken om 07:30 uur maar ze maakte snel een gefrituurd ei voor ons klaar welke ze in een broodje stopte. Wij waren blij verrast en zaten na dit broodje wel vol, maar nee hoor, dit was nog niet alles. Hierna kregen we een bord soep (vooral zout water met wat groentjes erin) en hierna nog een hele kom met een soort hele krieltjes. Deze at je dan in zijn geheel als droge aardappel op. Na een paar aardappels en een gedeelte van de soep terug in de pan gegooid te hebben vonden we dat we konden zeggen dat we echt vol zaten en niet meer konden. Hierna Blanca nog eventjes geassisteerd met haar dagtaak (aardappels schillen, ditmaal voor de lunch) en toen namen Julio en Fagusta ons mee naar de varkens. Er was één van de varkens ziek en Fagusta maakte één of ander middel voor haar in een lege plastic fles. De varkens stonden niet ver en na een klein beekje over gestoken te zijn probeerden ze met man en macht iets van het mengsel bij het varken binnen te krijgen. Dit ging natuurlijk gepaard met een hoop geschreeuw en verzet van het varken, maar lukte uiteindelijk wel. Het is fantastisch om te zien dat deze mensen in dit soort dingen zo handig , snel en kundig zijn en wij er echt als leken bij staan. Alle varkens en biggetjes moesten meegenomen worden naar het huis om daar eten te krijgen. Aangezien de biggetjes niet over het beekje kunnen lopen werden eerst de grote varkens daarheen gestuurd en renden Julio en Fagusta achter de biggen aan om ze te vangen. Beide liepen ze met twee biggen per hand over het beekje. De beesten schreeuwden het uit en waren doodsbang, maar zodra ze hun moeder zagen liepen ze vrolijk door alsof er niks aan de hand was.
Terug bij het huis waren de andere twee mensen, die hetzelfde bezoek bij een andere familie deden, inmiddels al aangekomen en liepen we met z´n allen door naar het huis waar wij sliepen. Het bleek dat ons huis toch wat luxer was als die van hun familie. Waar wij geluk mee hadden is dat wij echt bij de mensen in huis sliepen (alleen een eigen kamer) want de andere huisjes in het dorp hadden allemaal een apart huisje voor de toeristen. We werden verwelkomt door twee oudere mannen die muziek maakten op een trommel en een fluit. Bij het huis waren ongeveer 6 mannen en vrouwen allemaal in traditionele kleding gekleed voor de Pachamanca. Dit is een gebruik van hun tijdens feestdagen of met bijzondere bezoekers. De oven werd snel aangestoken en wij werden eerst nog op pad gestuurd met Pedro om artesania´s te bekijken, echter bleek de man van de artesania niet thuis te zijn. Na wat van het uitzicht genoten te hebben liepen we langzaam terug naar het huis en na nog wat gewacht te hebben was het dan eindelijk zover. We moesten met z´n vieren binnen in het huis plaatsnemen aan tafel en kregen een bak met allemaal verschillende aardappelen uit de oven en een stukje kip en beef in maisbladeren gewikkeld als bescherming. Het vlees had de hele nacht gemarineerd in een erg scherpe marinade waardoor Lucy niet veel vlees gegeten heeft, maar het was erg bijzonder om mee te maken. Het was overduidelijk dat het misschien nog wel een groter feest voor hun was als voor ons want er werd veel gelachen en gegeten. We konden ons wel voorstellen dat het heel bijzonder moet zijn om vlees te eten als je dat normaal nooit eet, alleen maar aardappels, groentes en af en toe wat rijst. Na het eten begonnen de twee mannen weer muziek te spelen buiten en gingen we dansen. Wij dus allebei met een oude man en vrouw gedanst maar was erg leuk. Rond 15:30 uur was de lucht wederom erg dreigend en er werd voorgesteld om snel naar beneden naar het centrum van het dorpje te lopen voordat het begon te regenen. Bijna alle mannen liepen mee en wilden van alles voor ons dragen. In het centrumpje een taxi en daarna een bus terug naar Huaraz gepakt onder begeleiding van Julio. We zijn direct naar een fotozaakje gelopen en hebben een aantal foto´s voor Julio en Fagusta laten ontwikkelen. Na even op internet geweest te zijn en de foto´s opgehaald te hebben liepen we naar het California café waar we met Guido hadden afgesproken voor een Nederlands dineetje. Dit was met twee Nederlandse meiden die in Huaraz stage lopen en een Nederlands, Peruaans koppel die na 5 jaar in Nederland gewoond te hebben nu een hotel in Huaraz hebben. Het bleek dat deze jongen ook gestudeerd heeft in Leeuwarden dus dat was heel toevallig en leuk om over te kletsen. Tien minuten voordat onze bus naar Trujillo zou vertrekken snel een taxi aangehouden en soepeltjes door de bocht kwamen we precies op tijd voor een nachtje in de bus.
Dor vs. Nat
Na Arequipa zijn we doorgereisd via Ica naar Huacachina, een dorp met 200 inwoners. Dit dorp is een oase midden tussen de zandduinen van de woestijn. Van Ica naar de oase toe namen we een soort riksha die nog goedkoper zijn als taxi´s en het was heerlijk om even uit te waaien na de busreis. We hadden een kamer gereserveerd bij hotel Huacachinero wat er luxe uitzag. We sliepen de eerste nacht alleen in een 10-persoons kamer met eigen badkamer met hele grote en vooral schone douche dus dat was al genieten. Na een rondje gelopen te hebben door het dorp besloten we om in het restaurant van het hotel te gaan eten. Dit was bij het zwembad en serveerde heerlijke Lomo Saltado oftewel stukjes vlees met tomaat, ui en rijst.
De eerste ochtend hebben we eerst heerlijk een duik genomen in het zwembad en samen met de papegaaien en andere vogels aan één tafel ontbeten. Die middag gingen we sandboarden. We hoorden dat er vorige week een Israeliër omgekomen was met het sandboarden. Ondanks dat wij meteen dachten dat het zijn eigen schuld was vanwege macho gedrag, hoorden wij dat het waarschijnlijk lag aan het ontbreken van enige instructie over hoe te sandboarden. Hierdoor knepen we hem toch wel een beetje maar het enthousiasme nam al snel de overhand. We reden weg in onze sandbuggy voor 7 personen (zie foto) en het ritje in de ´achtbaan´ kon beginnen. Onze gids sprak alleen Spaans wat voor Luc inmiddels al geen enkel probleem meer is maar sprak weinig tot niets aangezien de rest van de mensen alleen maar Engels spraken. Vanaf het eerste moment scheurde hij erop los en we hadden wel het idee dat hij wist wat hij deed. We gingen omhoog en keihard omlaag over de meest geweldige zandduinen. Eindelijk hadden we het idee een echte woestijn gezien te hebben, zoéén die onwerkelijk lijkt (zie foto). Na een stuk gereden te hebben stopten de buggy bovenaan een heuvel en kon het sandboarden beginnen. Inderdaad zonder enige instructie kregen we een board (nou ja, gewoon een plank) dat was ingewaxt en off we went. De eerste keer voor Lucy maar het ging best aardig. Na de eerste heuvel was de meeste schrik eraf en reden we door naar nog meer heuvels die een stuk hoger, steiler en gevarieerder waren. Hierna reden we naar een hoog punt waar we de zonsondergang konden bewonderen waar we maar geen genoeg van kunnen krijgen. Om het nog mooier te laten zijn, hielden we lekker onze zonnebril op, waardoor de kleuren nog dieper en intenser rood, oranje en geel waren, heel gaaf. Bij terugkomst, en nadat we al het zand van ons hadden afgewassen, aten we wederom Lomo saltado met onze sandboard groep wat erg gezellig was.
Om 13:00 uur vertrokken we richting Paracas waar we rond 15:00 uur aankwamen. Paracas is een klein plaatsje (2000 inwoners) dat aan de kust ligt. Het was er heerlijk warm en we besloten direct verse vis in één van de restaurantjes te gaan eten. Dit smaakte erg goed en zelfs de papas waren knapperig. We probeerden nog te regelen om die nacht met één van de vissers mee op zee te gaan om te zien hoe de vis gevangen word. Helaas stond er teveel wind en gingen alleen maar hele kleine bootjes de oceaan op. Gelukkig zitten we de komende anderhalve maand aan de kust van Brazilië dus een herkansing zit er geheid in.
Heel Paracas draait eigenlijk op de excursie naar de Islas Ballestas, oftewel de ´Poor Men´s Galapagos Islands´. Ook wij waren hiervoor gekomen en om 8:00 uur ´s ochtends stond er een gigantische rij met mensen voor de pier. Iedereen werd opgelijnd en wij kwamen er voor de zoveelste keer achter dat het hele toeristische niet ons ding is. Maar goed wij ook braaf in de rij en wachten tot onze rij genoemd werd om de speedboat in te gaan. We hadden het geluk dat er een groep Israeliërs en een groep fotogeile Japanners bij ons zaten waar we dol op zijn. Eenmaal onderweg vergaten we dit al snel want de Japanners maakten foto´s van elkaar en de Israeliërs lagen weer eens te slapen. Na een half uur varen kwamen we aan bij de eilanden. We konden deze niet betreden maar vaarden er langs alle kanten omheen en onderdoor. Ondanks dat we vele vogels en zeeleeuwen al in Ushuaia (je weet wel aan het begin van onze reis) gezien hadden was het indrukwekkend om ze nogmaals te zien in grote getalen. De gids was duidelijk weg van Pinguïns en vertelde hier veel over, wij waren meer onder de indruk van de enorme lange rij Aalscholvers die allemaal exact dezelfde route vlak boven het water vlogen richting de kust. Aan het einde van de tour voerden we langs een strand dat werkelijk vol met zeeleeuwen lag. Het stonk behoorlijk en was een enorme herrie van al die beesten die aan het schreeuwen waren. In het water zwommen er veel en bij elke golf zag je ze allemaal aanspoelen en terug de oceaan ingetrokken worden, erg vermakelijk om te zien. Na ongeveer 2 uur weggeweest te zijn kwamen we weer terug in Paracas en gingen veel mensen meteen door naar een tweede excursie. Wij besloten om dit niet te doen maar nogmaals een lekker visje te gaan eten. Om 16:00 uur vertrok onze bus alweer en dit keer naar het tussen de hoge bergtoppen gesitueerde Huaraz (15,5 uur noordelijker).
Money spending in beautiful Arequipa
We hebben meerdere keren gelezen dat het niet echt veilig is om ´s nachts te reizen per bus in Peru dus nemen we tot nu toe alleen maar dagbussen. Bij de terminal kregen we te horen dat er weer een blokkade was die 72 uur zou duren. We konden wel via de oude route met een normale bus ipv een semi cama bus. Wij vonden het allang prima zolang we er maar zouden komen dus geld terug gehad en naar een andere busmaatschappij die wel zou rijden. Helaas waren onze gereserveerde plekken met meer beenruimte al door andere mensen bezet dus zaten we (ietwat) krapjes. De busreis duurde voor ons gevoel erg lang (12 uur) en ging over veel onverharde wegen. Gelukkig hadden we al een hostel geregeld dus daar hoefden we niet meer over na te denken. Om 18:30 pakten we een taxi naar hostel Koala waar we heel vriendelijk verwelkomd werden. Alles werd even uitgelegd en we kregen meteen tips waar leuke restaurants zaten. Luc was (gelukkig voor zijn gekreukelde benen) de reis meteen alweer vergeten.
De eerste indruk van Arequipa was goed. Er was een straat helemaal vol met allerlei restaurantjes en barretjes. Dit was erg leuk om te zien aangezien we nog steeds Bolivia gewend waren. Na alle tentjes langsgelopen te hebben besloten we om bij een restaurant te gaan eten die Guinea Pig op verschillende manieren bereiden. Aangezien dit de specialiteit van Arequipa is leek ons dit leuk. Helaas was het een mislukking en hebben we echt niet lekker gegeten voor relatief veel geld. We besloten dan ook om zo snel mogelijk na het eten weg te gaan (voor zover dat ging) en nog een lekker toetje en kopje koffie ergens anders te nemen. Het hostel zat vlakbij dus we konden heerlijk lopend naar ons ´huis´ voor die avond.
Arequipa staat bekend om de Colca Canyon welke twee keer zo groot is als de Grand Canyon in de US. We wilden hier graag heen en informeerden wat de mogelijkheden waren in ons hostel. Er waren één, twee en drie-daagse tours waarvan alleen de drie-daagse tour ook daadwerkelijk de canyon inging. Helaas was dit met aardig wat lopen dus dit leek ons geen goed idee voor Luc. Doordat je bij de andere tours vooral veel soorten lama´s en landschappen ging bekijken die we al veel gezien hebben besloten we na lang wikken en wegen om de hele canyon te skippen. Het is een beetje raar maar we zitten nu op een punt in onze reis dat we sommige dingen zat zijn. We hebben het nog steeds erg naar onze zin maar hebben niet zoveel behoefte meer om allerlei excursies te doen naar nog meer vulkanen, gebergtes etc. We hebben ontzettend veel zin in Brazilië om weer totaal iets anders te doen en zien. We verheugen ons ook wel op het noorden van Peru aangezien het daar wat minder toeristisch is. Hier praat iedereen engels tegen je wat we gek genoeg vervelend vinden en alle prijzen zijn in USD ipv de lokale Soles.
Die avond hebben we nog wel heel leuk gegeten bij ZigZag wat ons door het hostel was aangeraden. Heerlijk een flesje Peruaanse champagne gedronken en een voor- en hoofdgerecht gegeten. Wat een verwennerij!
De laatste dag in Arequipa hebben we eerst lekker uitgeslapen en een filmpje op de laptop gekeken. Hierna met de bus naar een winkelcentrum gegaan. Hier lekker geshopt en Lucy heeft een nette broek, truitje en jurkje voor het strand gekocht. We konden hier zelfs een bus naar Ica voor de volgende ochtend regelen en hebben nog wat boodschappen gedaan voor deze busreis in een grote supermarkt. ´s Avonds hebben we lekker fruitsalade gemaakt voor in de bus en nog een film gekeken en gaan slapen.
Alweer vertrok de bus om 6:30 uur dus moesten we om 6:00 uur bij de terminal zijn. Na ons enigszins verslapen te hebben waren we er nog wel op tijd. Dit keer hadden ze problemen met de ´machine´ dus konden ze niet rijden. Nogmaals ons geld teruggehad en weer naar een andere maatschappij gegaan, welke goedkoper was. Dit is niet altijd een goed teken qua veiligheid dus we wisten niet zo goed of we er blij mee moesten zijn, maar na wat grapjes van het personeel voelden we ons wel wat beter. Luc had nog behoorlijk wat sjans van een Peruaanse homo die hem maar niet met rust liet. Lucy kon alleen maar lachen. Deze bus was al wat beter als de vorige qua beenruimte maar na 12 uur zitten ben je het wel zat. In Ica aangekomen pakten we een soort riksha naar Huacachina wat 5 km verderop ligt. Dit is een lagune midden tussen de duinen van zand (slechts 200 inwoners). We zitten op het moment bij een heerlijk zwembad met ligstoelen en alles wat we nodig hebben, heerlijk. We gaan straks sandboarden en met een sandbuggy omhoog, zin in!!
Verstoppertje spelen in de stromende regen
Met een veel te dure taxi kwamen we aan bij ons hostel in Cusco (de historische hoofdstad van Peru). Hostel Loki ligt bovenop een heuvel van de stad waardoor we een erg mooi uitzicht hadden over alle oranje daken en oude gebouwen. De binnenstad is erg schoon en mooi met veel historie en Peruaanse charme. In de buitenwijken is het een stuk minder schoon en valt de charme ver te zoeken. Na onder een echt dekbed geslapen te hebben was het tijd om Peru te gaan ontdekken.
Allereerst informeerden we naar de mogelijkheid om de dag erna naar tourist hotspot No 1, Machu Picchu te gaan. Allerlei verschillende manieren worden op elke hoek van de straat in Cusco aangeboden. Na geïnformeerd te hebben in een tentje naast het hostel zijn we naar het treinstation gegaan. Bijna alle backpackers doen een drie, vier of vijf-daagse tour via de Inca trail. Wij kozen er bewust voor om dit niet te doen, maar om op één dag heen en weer te gaan met de trein. Naar onze mening is de Inca trail veel te duur, namelijk zo´n $400,- á $500,- USD, loop je met heel veel mensen achter elkaar aan en word er voor je gekookt en je tassen gedragen etc. Voor ons was dit niet een trekking zoals wij dat graag doen. In het treinstation erg vriendelijk geholpen door een man die zijn eerste verkoop van een treinkaartje aan ons deed. Voor €79,- per persoon hadden we een retourtje, nog steeds erg duur dus maar goed we konden de dag erna weg.
Verder hebben we die dag hebben we een heerlijke lunch met een club sandwich gegeten, de röntgenfoto´s van Luc zijn voeten naar huis gestuurd en lekker door de binnenstad geslenterd en eindelijk weer eens naar een echte supermarkt geweest. ´s Avonds voor het eerst sinds Argentinië zelf Beef Stroganoff gemaakt van koeienhoofd wat echt heerlijk smaakte.
D-day moesten we erg vroeg uit om de trein van 6:00 uur te pakken naar Aquas Caliente, het plaatsje het dichtstbij Machu Picchu. Dit ging allemaal ontzettend georganiseerd met vaste wagons en plekken voor iedereen en bij elke wagon een man in lange jas om ons te verwelkomen. Het eerste deel van de rit ging de trein constant heen en weer (in zigzag omhoog), omdat de trein anders de berg niet op kon komen. We gingen dus een paar minuten omhoog, een heel stuk achteruit en via een nieuw spoor weer omhoog etc. Na ongeveer 40 minuten waren we op het hoogste punt en konden we in één keer doorrijden. Na vier uur door de jungle rijden kwamen we aan in Aguas Caliente waar alle toeristen meteen in de bussen sprongen naar Machu Picchu zelf toe. Wij besloten om eerst even wat in het dorp te eten zodat de grootste groep mensen weg was. Hierna pakten ook wij de bus á $14,- USD p.p. omhoog. Je kunt het ook in ongeveer een uur lopen maar dat leek ons niet verstandig met Luc zijn voeten. Boven aangekomen was iedereen driftig op zoek naar de plek waar je een stempel in je paspoort kunt zetten en ook wij deden braaf mee. Hierna liepen we naar het eerste checkpoint waar een man erg vriendelijk, dus niet, om ons ticket vroeg. Bleek dat je deze bij de paspoortstempel kon kopen voor nog eens $40,- USD p.p. Gelukkig wisten we dit van te voren dus ´no problem´. Vervolgens moesten we onze tas met meegebrachte lunch en drinken achterlaten (natuurlijk ook weer betaald) aangezien je niet mocht eten en drinken bij Machu Picchu. Toen we eindelijk aan alle regels voldaan hadden mochten we er eindelijk in. Vanwege de hoge kosten hadden we besloten om geen gids te huren wat we achteraf gezien wel hadden moeten doen. We hadden verwacht dat er wel een soort route zou zijn en bordjes met beschrijving zou zijn bij de belangrijke punten. Helaas was dit dus niet het geval en liepen we maar een beetje rond. We hebben met z´n tweeën erg gelachen aangezien we in de stromende regen in onze poncho verstoppertje en kiekeboe speelden. Telkens liepen er allerlei steegjes dood en probeerden we maar weer een andere. We wilden graag naar een ander deel van het park gaan waar je 2,5 uur heen kon lopen en ook weer 2,5 uur terug, hier was een mooie berg te zien. Bij de ingang hiervan bleek dat er maar 400 mensen per dag in mogen, dus mochten we er niet in. Hierdoor waren we wel erg pissig aangezien je ontzettend veel geld betaald (zeker voor in Peru) en je dus de helft van het park niet eens mag zien. Maar goed, we waren er dus wilden het ook niet teveel voor onszelf laten verpesten dus liepen vol goede moed door om het gedeelte dat we wel mochten zien dan ook maar goed te bekijken. Bij de plekken waar iets bijzonders was probeerden we naar andere gidsen te luisteren om te begrijpen wat het was, maar dit werd niet op prijs gesteld. Op sommige plekken hebben we dus net als naar schilderijen met een scheef hoofd naar een grote steen gekeken zonder dat we enig idee hadden wat het was haha.
Het tweede gedeelte gingen we omhoog waardoor het wel veel mooier werd. Op het hoogste punt klaarde de dikke mist op zodat we een paar mooie foto´s konden maken en de geweldig mooie natuur om Machu Picchu heen goed konden zien. Het was erg mooi om te zien hoe de stad uit de berg naar voren kwam. We zijn blij dat we het gezien hebben want het is de meest populaire bezichtiging van heel Zuid Amerika, echter viel het ons hierdoor een beetje tegen (een pretpark in de stromende regen bezoeken zonder moeder die in de zon een ijsje voor je koopt is ook niet hetzelfde, toch). We hebben tijdens onze reis mooiere dingen gezien voor veel minder geld maar ja wij zijn natuurlijk ook wel verwend inmiddels.
Om 18:00 uur hadden we de trein weer terug naar een plaatsje Ollantaytambo wat voor Cusco ligt. Vanaf hier pakten we een collectivo (bestelbusje voor meerdere mensen) terug naar Cusco. Dit scheelde behoorlijk in prijs en was nog sneller dan met de trein naar Cusco. Rond 21:30 uur waren we weer terug in ons hostel waar we onze broodjes met kipfilet, paprika, avocado en mayo (die we eigenlijk als lunch hadden meegenomen) klaarmaakten. Het smaakte ontzettend goed en daarna gingen we snel naar bed want we waren gesloopt.
De derde dag in Cusco hebben we nog een lekker rustig dagje gehad met wat shoppen, lekker lang in het clubsandwich tentje gezeten en nog naar San Blas geweest. In een straatje onderweg hebben we eindelijk voor het eerst in onze reis een souvenir gekocht, een heel kleurrijk schilderij van 40 cm bij 90 cm. Deze hebben we na aardig wat afdingen (was € 60,-) voor ongeveer € 40,- meegenomen. Na het ´eten´ in Bolivia hadden we besloten dat we ons mochten trakteren op een lekker diner dus gingen bij een heel leuk tentje eten. Luc had papardelle met lomo wat smakelijk was en Lucy had een lekker dikke biefstuk met een artisjokken risotto en gecarameliseerde vijgen, echt goddelijk lekker. Helemaal tevreden pakten we onze tassen om de dag erna om 5:00 uur op te staan om onze bus naar Arequipa te pakken.
Copa, Co-pa-ca-ba-na
Vanuit Rurrenabaque de plek die we met pijn in ons hart hebben verlaten, reisden we door richting La Paz om vanuit daar naar Copacabana te gaan. ´s Ochtends kwam de bus bij ons hostel voorrijden en konden we na het instappen in de overvolle bus onze trip voorzetten. We hadden voor het eerst geen plaatsen naast elkaar, maar dat mocht de pret niet bederven. Lucy kwam erachter dat we onze telefoon vergeten waren in het hostel, maar na een telefoontje (met een andere telefoon) kon de telefoon met de bus van morgen mee naar Copacabana. De bus zat trouwens helemal vol met toeristen die héél veel zin hadden om weg uit het smokkerige La Paz te gaan. Toen we lekker een stukje op weg waren, reden we tegen een grote hoop grind op de weg. Dus in z´n reverse en de volgende straat geprobeerd.
Toen de chauffeur 6 straten had geprobeerd, werd de bus onrustig en kwam de jongen die de kaartjes regelde zijn boodschap verkondigen. 'Euuhh... mensen luister, de weg is geblokeerd door mensen uit de buitenwijken van La Paz omdat de overheid de prijzen van de bussen willen gaan verhogen. Zij willen dat duidelijk niet en kunnen het dan ook niet meer betalen om met het openbaar vervoer te reizen. We gaan nu terug naar La Paz en gaan het morgen weer proberen.' Op dat moment vliegen er 2 Israeliërs op die beginnen te schreeuwen 'back to the hostel, NOW'. Andere backpackers uit Engeland begonnen gelijk te mekkeren 'O I don´t want to go back to La Paz, I hate it, I want to go NOW.'
Het enige wat wij dachten was 'hahahaha, de weg is afgesloten, nou dan proberen we het morgen toch weer, kunnen we de telefoon direct ophalen bij het hostel.' 'Welkom in Bolivia,' concludeerden we en na een dik uur waren we weer terug bij ons hostel. Al het gemekker en geschreeuw verder door de bus door backpackers uit Argentinië, Engeland en voornamelijk Israel zullen we jullie besparen.
De volgende dag kwam de bus weer voorrijden en reden we linea recta naar Copacabana. Na 3,5 uur kwamen we goed aan en zochten we direct een hostel op. Hotel Utama moest het zijn, waar we echt heerlijk (slechts één nacht) overnacht hebben. Het ontbijt was ook super uitgebreid en eindelijk weer eens goed te verteren. De eerste dag in Copacabana hebben we lekker rustig aan gedaan; geïnternet, de was weg gebracht en een tour naar Isla del Sol geregeld. ´s Avonds heerlijk en heel goedkoop gegeten bij het enige tentje in het centrum met een vuurtje. We hadden beide een 4 gangen menu (natuurlijk wel simpel maar erg smakelijk) voor ongeveer € 2,30 per persoon.
De tweede dag zou onze was om 09:00 uur klaar zijn en wij stonden er dus 'en punto', vroeg in de ochtend. Helaas bleek dat de eigenaresse niet zo vroeg uit de veren was, het rolluik zat potdicht. Na een uur voor de deur gewacht te hebben besloten we terug te gaan naar ons hotel aangezien we moesten uitchecken. Later nog 2 keer teruggegaan en de laatste keer stond het rolluik op een kier en waren er twee kinderen aanwezig. Wij waren ondertussen aardig pissig aangezien wij die dag om 13:30 uur naar Isla del Sol zouden vertrekken en de dag erna direct door zouden gaan naar Cusco in Peru dus wij wilden onze was zo snel mogelijk terug hebben. Je denkt toch, ach die kindertjes kunnen er ook niks aan doen dus wij heel vriendelijk vragen. Helaas waren deze kindertjes helemaal niet zo schattig, totaal niet behulpzaam en het verhaal veranderde natuurlijk elke twee minuten. Mama is boodschappen doen, mama is kleren voor de kinderen aan het kopen, mama is ziek, mama heeft een noodgeval etc. Vlak voordat onze boot vertrok kwam er een vrouw van Farmacia Virgin de Copacabana dat vier huizen verderop zat naar ons toe en vertelde ons dat zij onze was had. Echt op en top Bolivia, het komt uiteindelijk wel weer goed maar op een hele vreemde Boliviaanse manier.
Goed na alle frustratie voeren we in 1,5 uur over het Titicacameer naar Isla del Sol. Volgens de Inca´s is de zon hier geboren. Op dit eiland wonen ongeveer 5000 mensen en zijn er ontzettend veel hostels en 'hotels' te vinden. Wat wij superleuk vonden was dat de enige vervoersmiddelen de boot, benenwagen en ezel waren. Bij aankomst moest je eerst ongeveer een half uur via trappetjes van stenen, zand en grind omhoog naar het dorp. Er krioelen allerlei kleine kinderen om je heen die constant vragen 'one night.' Na even gezocht te hebben besloten we in een heel goedkoop hostel te slapen voor maar 15 Bol wat ongeveer €1,50 is. De bedden vielen bijna uit elkaar maar we zaten op de hoek en hadden drie ramen die direct uitkeken over het meer, wat wil je nog meer. Na Luc (en Lucy) zijn voeten even rust gegeven te hebben, klommen we nog verder omhoog om de zonsondergang te bekijken. We liepen een heel stuk over het eiland en zodra we uit het centrumpje waren kwamen we bijna geen toeristen meer tegen alleen maar lokale kinderen, volwassenen en ezels die allemaal terug kwamen van een dag werken. Bij het laatste hotel van het eiland (althans van de zuidkant) raakten we aan de praat met de eigenaar. Hij had voor die avond een Criolla Trucha van 8 kg gekocht. In Lake Titicaca zwemmen de grootste forellen van de wereld. Dit was nog een kleine want ze kunnen wel 15 à 16 kg worden. We besloten nog een stukje verder te lopen en op de terugweg lekker vis te gaan eten. We kregen eerst een heerlijke huisgemaakte soep tijdens de zonsondergang en na meerdere keren aandringen van ons kregen we de Trucha a la horno (uit de oven). Hij smaakte erg lekker en na een toetje en kopje thee bracht de man ons met een zaklamp weer terug naar het dorp.
Die ochtend snel pannenkoeken als ontbijd gegeten en bij het water in het zonnetje en met muziek van de film Walk the Line, op de boot gewacht. Rond 12:15 uur waren we weer terug in Copacabana. We hebben in een uur onze tassen uit het hotel gehaald, geluncht, geld gewisseld voor Peru en nog een zonnebril gekocht en toen was het tijd om Boliva te verlaten en richting Peru te cruisen.
Met een erg luxe bus en veel beenruimte reden we binnen een half uur na vertrek de grens over. We hebben nog nooit zo´n snelle grensoverang gehad, heerlijk (dus zonder frustraties van Luc). Na nog ongeveer een uur gereden te hebben kwamen we in Puno aan en moesten we ineens allemaal uit de bus. We gingen blijkbaar van bus wisselen, dus alle tassen eruit en richting de busterminal. Toen we de schuifdeuren binnen gingen leek het net of we fimsterren waren die uit de limousine stapten. De doorgang werd compleet geblokkeerd met allemaal mannetjes die een bus of taxi wilden verkopen. Hierdoor raakten we onze buschauffeur kwijt en hadden geen idee waar we heen moesten. Lichtelijk geïrriteerd vonden we hem weer, kregen we een ander ticket in onze handen gedrukt en moesten we opnieuw een ticket voor onze bagage betalen. De volgende bus zou 20 minuten later vertrekken. Lucy zag dat er een familie met letterlijk hun hele huis of winkel spul ook mee wilden. Naast de bus lag het helemaal vol met gigantische tassen en zakken net zo groot als ons zelf. Het duurde dus iets langer dan 20 minuten voordat alles in de veel minder luxe bus zat. Dit was voor het eerst tijdens de reis dat Lucy er even helemaal klaar mee was. Gelukkig hadden we genoeg tijd in de bus om te kalmeren en vervolgden we onze reis naar Cusco (Peru) voor een nieuw avontuur.
Our dream coming through
Afgelopen zaterdag had Luc een volle week rust gegeven aan zijn voeten en werd dat rijkelijk beloond met een privétour door de pampas van Rurrenabaque. De week rust was op zichzelf al heerlijk, omdat we omringd door de jungle, met palmbomen, bananaleaf huisjes, cocktails, erg vriendelijke mensen en het zonnetje niets misten om uit te rusten. De normale pampatour is gedurende drie dagen waar je voornamelijk met een gemotoriseerde langwerpige kano met stoeltjes over de Yacuma rivier vaart. Ook ga je dan op zoek naar Anaconada´s en ga je op Piranha´s vissen. Onze privétour was slechts (en jammer genoeg) voor één dag, maar we deden op het Anaconda zoeken en Piranha vissen exact dezelfde tour, versneld! Helemaal door het dolle heen waren we toen de tour geboekt was en we de volgende ochtend om 06:00 uur 'en punto' (oftewel stipt en niet op z´n Boliviaans) zouden vertrekken. Die nacht droomden we erover en romantiseerde we onze trip. De volgende ochtend kwam die droom dubbel en dwars voor ons uit...
James en de bondgirl waren weer helemaal terug in hun reismood en stonden om 05:55 uur te poppelen om te vertrekken. De jeep kwam inderdaad en punto aanrijden en daar gingen we. De chauffeur (voor de rit van 3 uur, zoals gepland...) werd vergezeld door de vrouw van de touragency die met ons meeging op tour om te zien of er kwaliteit geleverd werd. Hoe gaaf is dat en hoe afwijkend van het overige Boliviaanse gedrag dat we eerder ervaarden in andere plaatsen. Enfin eerst dus drie uur met de jeep door de jungle naar Santa Rosa gejeeped. Nou vergeet het maar. Het had de vorige dagen gehoost als een jewelste en de weg (nou ja weg) was ietwat aangetast door de regen (zie foto´s). Onderweg kwamen we meerdere trucks tegen die vast waren komen te zitten (echt heel diep), andere gleden van links naar rechts over de modderige weg en uiteindelijk kwamen we na 4,5 uur in het dorpje Santa Rosa aan.
In Santa Rosa kregen we ontbijt bij een plaatselijke diner. Een omelet met groenten erin, een broodje en een kopje thee, die de vrouw van de diner nog even snel aan de overkant van de weg voor ons kocht (ja echt heel vriendelijk). Tijdens het ontbijt werden we aan Dorio a.k.a. Yoyito, onze gids voor de dag voorgesteld. Oké misschien stelde hij zich met zijn entree al zelf een beetje voor. Een mega-enthousiaste Boliviaanse man gekleed in een tropische outfit, compleet met kaplaarzen en hakmes om zijn middel. O ja, vergeet de cowboyhoed en zijn fancy zonnebril niet. Dorio sprak zelfs redelijk Engels en maakte onze 4,5 uur in de jeep direct goed. Na het ontbijt entree voor het park betaald en na 20 minuten meer kwamen we bij onze privékano (Monkey II) aan. De kano werd in gereedheid gebracht en ondertussen keken wij al onze ogen uit. Op nog geen 10 meter afstand zagen we roze rivierdolfijnen regelmatig een luchtje boven het water scheppen, hoorden we overal om ons heen tropische vogelgeluiden en toen was onze tour nog niet eens begonnen.
Amigo Luc en Señorita Lucy werden uitgenodigd om de boot in te stappen en toen Dorio de motor startte waren we los. Samen met Carmen van IncaLand Tours voerden we over de Yacuma rivier die erg hoog stond vanwege de heftige regenval van de afgelopen dagen (zelfs weken hoorden we later). We hadden enorm veel geluk, want dit was de eerste dag dat het niet zou gaan regenen, lucky us. Tussen de enorm grote variëteit aan groene bomen en planten tuften we rustig over het muisstille water. Het water had bijna een zwarte kleur waardoor de rivier de hele dag als een soort spiegel fungeerde (zie foto´s). Bij elke bocht die we omgingen was het weer spannend wat we zouden zien, horen of meemaken. Onderweg kwamen we Paradijsvogels, Screaming Birds, Black Eagles, Fish Eagles, Gieren, Cormorants, baby Tucans, Diving Reigers en de grootste vogel van het gebied de Yabarou. Uiteraard zagen we ook veel andere beesten tijdens de tour. Zo zagen we buiten deze vogels veel schildpadden, caipibara´s (de grootste soort van de familie van de muis), doodshoofdaapjes, drie andere soorten apen, roze en grijze rivierdolfijnen, alligators en vele grote (knalgroene libelles) en kleine insecten.
Toen we weer een grote groene boom voorbij gevaren waren, remde Dorio de boot en keerden we zachtjes terug. Hij en Carmen hadden mono´s (oftewel apen) in die boom gezien. De boom bleek vol te zitten met een familie doodshoofdaapjes. Lucy riep toen we dichterbij kwamen 'ik zie er 2,4,5,8, nee nog meer.' De aapjes waren totaal niet angstig voor ons, integendeel, ze kwamen direct op de boot af die Dorio tegen de boom (of grote struik) aan het geparkeerd. Ze sprongen nog net niet in de boot, maar dat was een kwestie van tijd zei Dorio. Van heel dichtbij was het erg indrukwekkend om deze aapjes in het wild nieuwsgierig te zien zijn (zie foto´s). Rond 14:00 uur kwamen we aan bij de lodge van IncaLand Tours die compleet op palen in het hoge water was gebouwd. Felipe woonde daar voor onderhoud en begroette ons in zijn onderbroek, haha (wat Carmen van de touragency niet kon waarderen).
Na een complete lunch op het miniparadijsje daar, hingen we nog een paar minuten in een hangmat te schommelen en trokken we onze zwemkleding aan. Inmiddels was de bewolking van de ochtend compleet weggetrokken en was de zon fel gaan schijnen. Hierdoor werd al het groen nog groener en de reflectie van het water nog helderder. Samen met Dorio vertrokken we richting dé plek waar de roze rivierdolfijnen graag hun tijd doorbrengen. Het water is er diep en de plek zag er boven water ook fantastisch mooi uit (alsof ze dat wisten). Dorio trok al snel zijn kleren uit en sprong in het water vanuit de kano. Kort daarna volgden wij en zwommen we tussen de dolfijnen. Wij met z´n tweeën (en Dorio) en niemand anders (van andere tours) om ons heen, heel speciaal. Op een gegeven moment kwamen de dolfijnen richting de kano en raakten ze eerst Lucy en later ook Luc zijn voeten aan, waardoor we ons een hoedje schrokken. Dorio zei dat ze met ons aan het spelen waren en verzekerde ons dat het geen piranha´s waren. Het blijft toch een beetje een griezelig (en tegelijkertijd fantastisch) idee, zo´n groot beest dat je voeten aanraakt terwijl je niet kan zien wanneer of hoe vaak hij dat doet. Na veel geduld, maakten we zelfs mooie foto´s van de beesten en kon onze ervaring niet meer stuk. Toen er een tweede boot aan kwam varen, was ons avontuur voorbij en keerden we terug naar de lodge om Carmen op te halen. Via dezelfde weg voeren we terug met een heel ontspannen en voldaan gevoel.
Rurrenabaque is in zijn geheel (in het bijzonder de pampas) één groot hoogtepunt en avontuur dat geen enkele reiziger die Bolivia aandoet zou mogen missen. Nou ja, doordat niet iedereen er was konden we alleen met dolfijnen zwemmen en speciale beesten zien waar andere boten langs scheurden. Met pijn in ons hart verlieten we zondag Rurre, een plek waar we nog vaak aan terug zullen denken.
Welcome to the jungle
Awimboewee, awimboewee, awimboewee, awimboewee... Niet direct om 11:00 uur maar om 15:50 uur was hret dan zover. Met een vliegtuigje van Amaszonas met maar liefst 19 passagiers plaatsen stegen we op en werden we in het Engels door de captain begroet. De vlucht zou 37 minuten duren en inderdaad na een ruim half uur landden we op het weiland van Rurrenabaque (in het Nederlands roeren na bakken). Het weer was tropisch en de setting was bijna gelijk aan de landing van James Bond aan het einde van de film Golden Eye. Het vliegveld was niet groter als een villa bij het strand en al snel reden we met de bus richting het centrum van het dorp. Bij hotel los Tucanes de Rurre vroegen we of ze nog plaats hadden en we werden begeleid naar een ruime vierpersoonskamer voor ons tweeën. Een warme douche, ventilator, vier bedden en geen glas in de vele ramen (wel gaas tegen de muggen) oftewel een heerlijke kamer om in te vertoeven. Daarna direct een tour geboekt, na aanraden van twee Zweedse meisjes uit het hotel, bij Incaland tours om de jungle te bezoeken. ´s Avonds samen met de twee Zweedse meisjes en drie Duitse jongens (die ons zouden vergezellen naar de jungle) bij restaurant Camila gegeten. Hun gids van hun pampatour (dat is iets anders als de jungle) was ook mee eten en zorgde ervoor dat het happy hour met anderhalf uur verlengd werd. ' No problema'. De groep besloot na het eten nog ergens te gaan dansen, Luc kon helaas niet mee vanwege zijn voeten, dus wij besloten naar bed te gaan.
En toen, toen was het dan zover. James en zijn bondgirl gingen samen al strompelend de Beni rivier op met open motor kano om de jungle te bestieren. WELCOME TO THE JUNGLE! Voor op het dek van onze motor kano zaten we met z´n tweetjes te genieten van ten eerste het varen op een Zuid Amerikaanse rivier, ten tweede de meer dan prachtige natuur en ten derde van alle geluiden die de jungle met zich meebrengt. Onze eerste stop was bij de controlepost van het Nationale parque Madidi. De naam van het park was erg toepasselijk aangezien we deze trip dankzij Lucy haar oma konden doen, waarvoor enorm bedankt oma. Onze entreekaartjes voor het park werden handmatig in elkaar gestikkerd. De Beni rivier bracht ons na 3 uur vol genot bij onze privé lodge. Op de rivier was alleen zonnebrand noodzakelijk, eenmaal bij de lodge was DEET een must(kito). Bij aankomst werden direct de hangmatten uit de kast gehaald en konden we onze bedden op insecten en andere beesten inspecteren. Behalve een paar dode kakkerlakker, kevers, mieren en duizenden vliegjes vonden we gelukkig niks levends in ons bed. Terwijl we de klamboe´s strak om onze matrassen heen spanden werden we geroepen voor de lunch. Een heerlijke warme pasta salade met vlees, groentes en een lekkere frisse limonade. Mercedes (de kokkin) had haar best gedaan. Na de lunch was het direct tijd voor onze eerste jungle tocht. Iedereen met het tropische weer gehezen in lange broek, dichte schoenen, shirt met lange mouwen en de overige onbedekte delen dike met DEET ingesmeerd. Omdat wij geen shirt met lange mouwen hadden trokken wij onze regenjas aan die lekker zweetten. Net achter de lodge zagen we direct een zwarte kikker met gele strepen en oranje stippen. Onze gids Gilder vertelde ons doodleuk dat als je die aan zou raken, je binnen een minuut er niet meer zou zijn. Het was erg vochtig in de jungle, zowel op de grond ( in de vorm van diepe drassige blubber) als in de lucht. Gids Gilder vertelde ons dat we de planten en bomen niet konden aanraken aangezien je nooit wist wat er eventueel aan de andere kant van het takje of boompje zou zitten. Hij liet ons veel verschillende insecten zien. Zo zagen we allerlei kleine spinnen waaronder zeer gevaarlijke en daarnaast erg veel verschillende mieren. Zo was er de 'fire ants' die een hele boom in bezit namen waarna er geen één boom meer in de buurt groeide. Als je gebeten werd door één van deze mieren (wat Luc was) zou je een uur lang een pijnlijke plek hebben. Verderop zagen we ook de 'devils ant' die wel 2 cm groot was. Als je daardoor gebeten word ben je 24 uur lang doodziek (voor degene die try before you die hebben gekeken met Fillemon, dit waren dus diezelfde mieren). Gilder liet ons héle sterke spinnendraden zien die kleine vogeltjes kunnen vangen, erg indrukwekkend. Op een gegeven moment zagen we op de grond een afsruk van een jaguar en hoorden Gilder in de verte een grote groep (ongeveer 100) wilde zwijnen lopen. Hij maakte dezelfde geluiden als de zwijnen deden waardoor hij er snel achter kwam waar zij zich bevonden. Ons doel was nu om de zwijnen te vinden zonder dat ze ons zouden aanvallen. We konden ze niet zien maar erg goed horen en vooral ruiken. Gilder zei 'prepare yourself to climb in a tree if they attack us'. Goed nu was Lucy pas echt bang. Je mocht geen boom aanraken maar je moest er wel inklimmen. De bomen waren erg glad vanwege de luchtvochtigheid en Lucy haar schoenen waren nog gladder door alle modder. Op hoop van zegen voorzichtig steeds een stapje verder. Doordat er een paar vogels van ons schrokken en wegvlogen hoorden we de kudde zwijnen wegstampen. Luc hoorde natuurlijk dat ze van ons wegrenden maar het enige wat Lucy dacht was 'Als ik Luc zijn jas vast pak is er niks aan de hand toch'. Na ongeveer 3 a 4 uur lopen kwamen we terug bij de lodge waar Luc meteen in een hangmat plofte met veel pijn. Hij was blij dat hij de tour had meegedaan maar het was niet goed voor zijn voeten geweest. Na een poosje gerelaxed te hebben stond het avondeten alweer voor ons klaar. Deze keer had Mercedes een soort nasi met een gebakken ei gemaakt wat erg smakelijk was. Na het eten is de rest van de groep nog voor ongeveer 30 minuten de jungle in het pikkedonker ingegaan op jacht naar Tarantula´s. Luc kon niet meer lopen en Lucy had niet zo´n behoefte om actieve tarantula´s in het donker te gaan zoeken. Met een kaarsje hebben we nogmaals onze bedden geinspecteerd waar we al heel snel op een giga kakkerlak stuitte. Luc wilde hem doodmaken maar na het verbranden van zijn voelspriet met de kaars, rende hij heel hard weg en konden we hem niet meer vinden. Hoewel Luc best prima had geslapen, kwam Lucy met een insecten trauma uit bed. Het ontbijt stond klaar maar was niet denderend. Na het ontbijt stond een bezoek aan het papegaaiennest op het programma. De tocht zou deels in de boot zijn en zou een half uur lopen zijn. Luc wilde wel proberen om voor een half uur mee te gaan, de tocht erna zou hij overslaan. Het papegaaiennest was een muur met gaten waarin ze zich schuil hielden. Papegaaien leven altijd in koppels van twee en als er ééntje overlijd, gaat de andere ook altijd dood. Gids Gilder stelde voor om de muur te beklimmen en om een ander deel van de jungle te bekijken. Wij bleven achter bij het uitkijkpunt naar de papegaaien en wachten ondertussen 2 uur alleen in de jungle totdat de groep terug zou komen. Lucy vroeg aan Gilder 'wat doe ik als er jaguar of tapir op ons af komt lopen' waarop Gilder antwoorden 'niets, je bent hier veilig'. Dat namen we dan maar van Gilder aan. Onderweg kwamen we nog een walking tree en een 660 jaar oude boom tegen. Hierna nog eenmaal een lunch gehad bij de lodge waarna we de boot terug naar Rurre namen. Laat in de middag kwamen we daar aan en zat de jungle tour er voor ons op. In de boot nog gezellig gekletst met de twee Zweedse meiden en genoten van het feit dat we weer in een bootje lekker niks hoefden te doen.
In Rurrenabaque was het afgelopen met Luc. De maximale toegestane waarde van ibuprofen (800 gr) hielp niets en strompelen ging ook niet meer. We spraken met de touragency af dat we rond 19:00 uur nog langs zouden komen om over de pampa tour te praten die wij voor de volgende dag hadden geboekt. We stelden voor om deze een dag uit te stellen zodat Luc ´s ochtends langs het ziekenhuis kon voor een foto. Dit kan hier alleen in de ochtend aangezien ze alleen dan genoeg electriciteit hebben. Gelukkig was dit geen probleem en boden ze zelfs aan om mee te gaan voor wat uitleg in het Spaans.
De volgende ochtend om 9:00 uur stond de vrouw van Incaland tours voor ons hotel en gingen we per motortaxi naar het ziekenhuis. Helaas konden we hier geen foto laten maken maar gelukkig was er nog een ander ziekenhuis aan de andere kant van de Beni rivier. Wij dus weer met de motortaxi naar de boot, de rivier over en van de boot met een andere motor taxi naar het andere ziekenhuis. Daar aangekomen wist Luc niet meer hoe hij moest zitten of liggen en probeerden de vrouw van de touragency een foto voor ons te regelen. Het bleek dat er alleen maar chinacologen waren in het ziekenhuis en geen dokter. Toen we net besloten hadden, na lang wachten, om terug naar La Paz te gaan bleek dat er één dokter was. We konden toen direct naar binnen waar twee mannen op ons wachten. Ze hadden een beetje haast en vroegen Luc wat er was gebeurd. Eén dokter wilden een voet voelen en kneep stevig in Luc zijn hiel waardoor Luc aardig wat rare geluiden maakte. Volgens de doktoren hoefde er geen foto gemaakt te worden want het was niet gebroken maar zwaar gekneusd. Hij kreeg een recept voor 20 heftige pijnstillers en het advies om niet meer te lopen voor de komende 15 a 20 dagen. We hebben nu de pampa tour geannuleerd en besloten om in ieder geval een week in Rurrenabaque te blijven. We hebben hier een fijn hotel met hangmatten en een fijna kamer. Daarnaast is de temperatuur hier erg lekker en ligt het erg laag vergeleken bij de rest van Bolivia.
We hebben inmiddels al aardig wat leuke dingen in Rurre gevonden; zo komt er elke ochtend een fransman met allerlei soorten zelfgemaakte croissantjes, is er een bakker met heerlijke brownies en is er 6 blokken verderop een ' 5 sterren resort' met een zwembad waar je voor een dag heen kan. De bakker met de brownies is een man die opgegroeid is in de US en al 13 jaar in Boliva woont. Hij nodigde ons uit om dvd´s te komen kijken bij hem. Hij weet enorm veel over de 'globalization' en over de nieuwe wereldmacht die volgens hem al lang geleden gepland is. Hij verteld honderd uit en is soms erg cynisch en negatief maar het is erg interessant om naar te luisteren. Is toch weer eens wat anders als een 'wat voor reis maak jij' gesprek. We hebben gister een film gezien over dat 9/11 geen terroristen daad was maar door de Amerikaanse overheid zelf gepland is. Wat de waarheid is weten wij natuulijk ook niet maar het klonk behoorlijk overtuigend en was in ieder geval interessant om naar te kijken.
Verder doen we erg rustig aan en hebben we helaas besloten om niet naar Ecuador te gaan aangezien we daar nu geen tijd meer voor hebben. We gaan misschien zaterdag naar Copacobana bij Lake Titicaca om daar nog een week te rusten of we blijven twee weken hier in Rurre. Hierna zullen we dan nog 2 weken in Peru doorbrengen waarna we richting Brazilië zullen vliegen. Met Luc gaat het al wel wat beter. Zijn voeten doen nu geen pijn meer als hij er niet opstaat. De pillen slaan goed aan en verder moeten we het gewoon tijd geven maar het komt vast heel snel weer helemaal goed.